Life style blog - het leven zelf

Ingrediënten

• 2 kabeljauwfilet
• 2 tl viskruiden
• 1 el bloem
• scheutje olie
• klontje boter

Bereiding

Dep de kabeljauw goed droog en kruid met de viskruiden. Voorzichtig met vinger tegen de theelepel tikken, kruiden verdelen over 1 kant, vis omdraaien en op dezelfde manier de andere kant kruiden.

Doe wat bloem in een lepel en bestrooi de kabeljauw aan beide kanten op dezelfde manier als met de viskruiden.

Zet je (anti-aanbak) pan op middelhoog vuur en verwarm wat olie. Leg de kabeljauw in de pan en bak 3-4 minuten.

Draai dan de kabeljauw om en bak nogmaals 3-4 minuten aan de andere kant. Doe een klontje boter in de pan. Laat de boter niet aanbranden maar smelten op wat lager vuur.

Bak tot de kabeljauw een lichtbruine kleur heeft gekregen. Wanneer de vis eenvoudig uit elkaar valt, geen vocht verliest en van binnen egaal wit is, is je kabeljauw klaar.

• 2 kipfilets
• 1 citroen
• 1 ei
• 40 g paneermeel
• 40 g bloem
• 1 tl milde paprikapoeder
• snufje zout
• snufje peper
• klontje roomboter
• scheutje rijstolie

Leg de kipfilet op een snijplank en bedek het met plastic folie. Sla de filet plat met een vleeshamer of gebruik de onderkant van een pan. 

Bestrooi de kipfilets rondom met zout, peper en paprikapoeder.

Zet 3 diepe borden klaar en vul van links naar rechts met bloem, geklutst ei en paneermeel. Wentel nu de kipfilets eerst door de bloem, zorg dat ze goed bedekt zijn en schud de rest los van de kip. Daarna haal je ze door de ei, wederom goed bedekken. En tot slot door het paneermeel.

Verhit een flinke klont roomboter in een ruime koekenpan, voeg zodra de bubbeltjes weg zijn de olie erbij, zodat de boter niet verbrandt. Leg de schnitzels in de pan en bak op middelhoog vuur met de deksel op de koekenpan in 8 tot 10 minuten gaar. Regelmatig omkeren.

Lekker met gekookte aardappel en asperge's.

• 400 gr aardappelschijfjes (zelf gesneden)
• 1 doos diepvries bloemkoolroosjes
• 300 gr champignons (in plakjes)
• 2 dikke plakken achterham (in blokjes)
• 1½ el boter
• 1½ el bloem
• 100 ml groentebouillon (1 bouillonblokje)
• 150 ml melk
• 2 handjes geraspte kaas
• 1 tl mosterd
• 20 gr paneermeel
• 2 el bieslook

Verwarm de oven voor op 180°C.

Kook de bloemkoolroosjes en de aardappelschijfjes in circa zeven minuten in licht gezouten water beetgaar.

Doe de aardappelschijfjes in de ingevette ovenschaal, daarop de helft van de ham en champignons, dan de bloemkool.

Smelt de margarine in een steelpannetje en voeg hieraan de bloem toe. Roer door tot de boter en de bloem goed vermengd zijn en voeg vervolgens de bouillon, de mosterd en de melk

Draai het vuur laag en laat de saus zo’n twee minuten zachtjes pruttelen. Draai vervolgens het vuur uit en voeg de helft van de kaas, de rest van de champignons, de ham, peper en zout naar smaak en de helft van de bieslook aan de saus toe.

Verdeel de saus over de bloemkool in de ovenschotel.

Meng de paneermeel met de rest van de kaas en de bieslook en strooi dit over de ovenschotel.

Zet de bloemkoolschotel zo’n 25 minuten in het midden van de oven, tot de bloemkoolgratin knapperig en goudbruin is en de saus zachtjes pruttelt.

• 1 struik bleekselderij
• 250 ml halfvolle melk
• ½ blaadje laurier
• 100 gr rauwe ham 
• 1 el grove milde mosterd
• 25 gr bloem
• 25 gr boter

Verwarm de oven voor op 200°C.

Trek evt. draden van de stengels bleekselderij af. Kook ze in 10 min. gaar in water met zout. Giet af en laat goed uitlekken.

Smelt in een sauspan de boter. Roer de bloem erdoor en bak 1 min. mee zonder te kleuren. Schenk langzaam en al kloppend met een garde de melk erbij.

Voeg het laurierblaadje toe en klop tot een gladde en gebonden saus. Laat de saus 2 min. zachtjes koken.

Omwikkel de bleekselderij met de ham. Roer de mosterd door de saus en breng op smaak met zout en peper. Haal het laurierblaadje eruit en schenk de saus in een lage ovenschaal. Leg de bleekselderij in de saus.

Bak de bleekselderij 20 min. in de oven, tot de ham knapperig is.

• 800 gr runderlappen in blokjes
• 2 el arachideolie
• 100 gr boter
• 150 gr magere spekreepjes
• 1 ui (gesnipperd)
• 250 gr winterwortel in plakjes
• 2 teentjes knoflook fijngehakt
• 1½ el bloem
• 375 ml rode wijn
• 1 pot vleesfond (380 ml)
• 1½ tl tijm
• 2 laurierblaadjes
• 250 gr kastanjechampignons in stukjes
• 400 gr sjalotjes in stukjes
• 2 el platte peterselie fijngehakt

Bestrooi het vlees met zout en peper. Verhit de arachideolie en 50 gram boter in een braadpan en bak hierin het vlees in 2 delen op een hoge stand lichtbruin.

Schep het vlees uit de pan en bak de spekreepjes in het bakvet in circa 5 minuten krokant. Schep uit de pan en laat uitlekken op keu­kenpapier.

Fruit de ui, wortel en knoflook 3­-4 minuten. Schep de bloem erdoor en bak 3 minuten mee. Voeg het vlees, de wijn, fond, tijm en laurier toe en breng aan de kook. Giet eventueel een scheutje water erbij zodat het vlees onderstaat. Laat afgedekt 2,5 uur stoven en roer af en toe om.

Verhit de rest van de boter in een koekenpan en bak hierin de champignons en sjalot in 5 minuten lichtbruin.

Verwijder de takjes tijm en laurierblaadjes uit de pan. Voeg de spekreepjes, champignons en sjalot toe en stoof zonder deksel nog 20-­30 minuten op een lage stand. Breng op smaak met zout en peper en bestrooi met de peterselie.

Lekker met sperziebonen en aardappels of rijst.