Van 2 andere gerechten die ik heb gemaakt, hield ik nog groente over: een ½ bloemkool en een ½ knolselderij. Je kunt ze beiden verpakt in plasticfolie maximaal een week in de koelkast bewaren. Vandaag heb ik van beiden samen een mooi gerecht gemaakt.
Ingrediënten
- ½ grote bloemkool
- ½ knolselderij
- ca. 300 gr. aardappels
- rozemarijn
- grof zeezout
- olijfolie
- peper en zout
- geraspte kaas
- klontje boter
- scheutje melk
- snufje gerookte paprikapoeder
- 1 rookworst
Bereiding
Verwarm de oven voor op 200⁰. Zet een flinke pan met ruim water op het vuur en breng aan de kook.
Snij de roosjes van de bloemkool en blacheer deze ca vijf minuten in het kokende water. Giet af in een vergiet en laat heel erg goed uitlekken. Snij de uitsteeksels van de knolselderij en snij de knolselderij in dikke plakken. Verwijder met een scherp mesje rondom de harde schil weg en snij de plakken knolselderij vervolgens in blokjes. Snij de aardappelen ook in blokjes. Ik schil de aardappels NOOIT, zonde van de pitamientjes die dan verloren gaan. Was de blokjes van beiden in een ruime vergiet goed schoon.
Verdeel de bloemkoolroosjes in een met olijfolie ingevette ovenschaal en besprenkel met olijfolie. Strooi er wat grof zeezout, rozemarijn en gerookte paprikapoeder overheen en rooster het 20 tot 25 minuten in de voorverwarmde oven.
Kook tegelijkertijd de knolselderij en aardappels 20 minuten en giet af. Verwarm intussen ook de rookworst zoals aangegeven op de verpakking. Stamp de aardappels en knolselderij met een klontje boter en een scheutje melk tot een romige puree.
Haal de bloemkoolroosjes uit de oven en rasp er flink wat kaas overheen. Zet nog vijf minuten in de oven zodat de kaas een beetje smelt. Serveer de geroosterde bloemkool met de puree en de rookworst.