't Is weer voorbij die mooie zomer
Die zomer die begon zo wat in mei
Ah, je dacht dat er geen einde aan kon komen
Maar voor je 't weet is heel die zomer al weer lang voorbij
Wie kent niet dit liedje van Gerard Cox. En ja hoor, ook nu is de zomer weer voorbij en begint de herfst.
Als het weer goed is kan er een heerlijke boswandeling gemaakt worden. En met goed weer bedoelen we natuurlijk dat het droog is. De temperatuur maakt niet zoveel uit, doe je lekker een mooie sjaal om en een fleecetrui aan als het wat frisser is. Heerlijk door het bos lopen en de blaadjes onder je voeten horen knisperen.
Heerlijk genieten van de rust en goed luisteren natuurlijk. Het bos laat goed van zich horen: de vogels, de herfstblaadjes onder de voeten, de wind die zachtjes door de bomen ruist. Misschien zie je ook nog wel dieren: een ree of een hert, eekhoorntjes die eikeltjes verzamelen voor de wintervoorraad. Zelf kunnen we natuurlijk ook heel veel vinden: beukenootjes, eikeltjes, kastanjes, denne-appels, mooie, droge gekleurde blaadjes. Het loont zeer zeker de moeite een plastic tasje of zakje mee het bos in te nemen voor het verzamelen van deze nootjes en blaadjes.
In het bos zijn natuurlijk ook diverse soorten paddestoelen te vinden. Een aantal daarvan zijn eetbaar, de meesten niet. Haal daarom nooit zelf paddestoelen uit het bos als je niet weet welke eetbaar zijn en welke giftig. Groot is het gevaar dat er een verkeerde tussen zit en een leuke boswandeling mag niet verkeerd eindigen, toch? Paddestoelen bekijken kan en mag wel, maar met name kleine kinderen kunnen ze ook beter niet aanraken. Denk aan het duimpje dat weer in de mond gaat!
En wat doen we dan als we weer thuis zijn? We gaan leuke dingen maken van de schatten die we in het bos hebben gevonden. Wat te deken bijvoorbeeld van een spinnenweb van kastanjes, figuurtjes van eikels, een slinger van de herfstblaadjes? Waar zullen we eens mee gaan beginnen? Met eikeltjes figuren?
Daarvoor hebben we nodig:
Prik gaatjes met een prikpen in de eikel, daar waar een prikker doorheen moet. Steek dan de lucifer in het gaatje en plaats een nieuw eikeltje aan de andere kant van de lucifer. Zolang doorgaan tot je een figuurtje hebt. Kopspelden/kraaltjes kunnen werken als oogjes.
Daarvoor hebben we nodig:
Maak met een prikpen gaatjes in de kastanjes. Prik daar satéprikkers in. Om één prikker onderaan bij de kastanje een knoop leggen met de wol. Daarna de wol om de andere prikkers heenwikkelen zodat je een web krijgt. De laatste draad aan de bovenkant vrijhouden, zodat het web kan worden opgehangen.
Daarvoor hebben we nodig:
Neem de bladeren die uit het bos zijn meegenomen en leg ze in een oud dik boek en laat ze een paar dagen drogen. Als de bladeren droog zijn, kan er heel voorzichtig een gaatje in geprikt worden met een naald/ Daarna kunnen ze aan een touw geregen worden. Als je een groot stuk leuk hebt geregen kun je dit voor het raam hangen.
Wat kunnen we nog meer doen met de kastanjes en beukenootjes? We kunnen ze lekker gaan poffen. Hier volgen ideeën:
Maak met een scherp mes een kruis in de bovenkant van de kastanjes (anders ploffen ze uit elkaar).
In de oven:
Oven voorverwarmen op 200° Celsius. Leg de kastanjes 15 - 20 minuten in de oven tot ze openspringen.
In een pan (met deksel)
Smelt 20 gram boter in een grote pan, doe de kastanjes er in en laat ze, met de deksel op de pan, op niet te hoog vuur in circa 20 minuten poffen, schud ze af en toe om. Poffen kan ook in de hete as (niet in het vuur!) van een open haard of barbecue. Pak de kastanjes dan eerst in aluminiumfolie.
Tip: Warme gepofte kastanjes zijn lekker met een klontje boter, zout en peper.
De schilletjes eraf pellen en even roosteren in een droge anti-aanbak pan. In de oven roosteren gaat, maar dan moet je goed opletten, ze verbranden erg snel en zijn dan niet echt meer te eten.